Vertaal
Vertalingen être indécis FR>NL
être indécis (ww.) aarzelen (ww.) ; besluiteloos zijn (ww.) ; dubben (ww.) ; onbeslist zijn (ww.) ; talmen (ww.) ; weifelen (ww.)
Bron: interglot

Voorbeeldzinnen met `être indécis`
Voorbeeldzinnen laden....